Massa-veer-massa


Een wetmatigheid om luchtgeluid te dempen is de massa-veer-massawet. Hierbij wordt vertrokken van twee massa’s die van elkaar gescheiden worden door een verende tussenlaag. Die veer kan lucht zijn of een isolatiemateriaal. De dikte van de veer is mede bepalend voor de mate waarin de trillingen worden gedempt. 
Het systeem werkt als volgt: het geluid botst tegen de eerste massa en brengt deze aan het trillen. De veer tussen de beide lagen vangt deze trilling op en fungeert als schokdemper. Het geluid wordt vervolgens sterk verzwakt doorgegeven aan de tweede massa. 

Het massa-veer-massaprincipe steunt op verschuiving van de fasen van de geluidsgolven. Het spectrum van geluidsgolven omvat een hele reeks verschillende frequenties en golflengtes. Wegens zijn fysische eigenschappen en zijn massa absorbeert elk materiaal deze golven op een selectieve manier. Daarom is de opbouw van een complex van heterogene lagen bijzonder efficiënt om alle fasen van de golven te vatten. Het gaat erom de dikte en de volumieke dichtheid van de materialen, gebruikt in het akoestische isolatie-element, te variëren. Hier is het van belang de volgorde van de materialen te respecteren. Als de veer voor de massa wordt geplaatst, zal dit helemaal niet hetzelfde akoestische effect hebben en zal de wand veel minder efficiënt zijn.

Lichte scheidingsmuren, bestaande uit twee wanden en een kern van een soepel isolatiemateriaal, vertonen een resonantiefrequentie die wordt bepaald door de relatie waarbij d de afstand is tussen de 2 wanden en m''1 en m''2 hun massa. Bij deze resonantiefrequentie daalt ook het isolatieniveau van de wand. Bij een goed ontworpen wand (voor een huis of een gebouw) wordt erop gelet dat de massa-veer-massafrequentie minder dan 80 Hz bedraagt. Voor een opnamestudio zijn de akoestische vereisten hoger en wordt gestreefd naar een massa-veer-massafrequentie onder 60 Hz.

Foto's