Teak


Teak is de commerciële naam voor de botanische soort Tectona grandis. Teak groeit in de moessonbossen van India, Laos, Myanmar (het vroegere Birma) en Noord-Thailand. Het is een uitzonderlijk duurzame en polyvalente houtsoort. Niet te verwarren met commerciële benamingen zoals Afroteak (Afrormosia), Borneo Teak (Bangkirai), Braziliaanse teak (Freijo), African Teak (Iroko) en Yang Teak (Keruing). 

Het kernhout van teak uit de natuurlijke bossen van Myanmar en Indonesië is geklassificeerd 'zeer duurzaam' (natuurlijke duurzaamheidsklasse I). Het kernhout uit plantages in andere gebieden is matig duurzaam, duurzaam tot zeer duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse I-III). Eens luchtdroog neemt teakhout geen water meer op.

Na het schaven treden kleurverschillen op variërend van bruin, over lichtbruin tot wat oranje. Na blootstelling aan het licht gedurende ongeveer 6 à 8 weken wordt de kleur effen bruin.

Teakhout is uitstekend bewerkbaar. Het hout bevat wel kalk, daarom worden best hardmetalen werktuigen gebruikt. Het is gemakkelijk te zagen, schaven, frezen en boren. Spijkers en schroeven dringen gemakkelijk in teakhout. In normale omstandigheden roesten ze bovendien niet. Onbehandeld vergrijst teakhout natuurlijkerwijze. Beitsen kan met alle gangbare merken, na oppervlakte-ontvetting. Met speciale teakolie wordt vergrijzing voorkomen en bekomt het hout extra glans.

Teakhout is heel geschikt voor talloze buitentoepassingen: buitendeuren, gevelbekleding, tuinmeubelen, ramen, scheepsdekken. Ook voor beeldhouwwerk en fijn draaiwerk.