Solvent


Een solvent of oplosmiddel is een vloeistof waarin andere materialen opgelost kunnen worden. 

In het huishoudelijk gebruik komen veel producten voor waarin oplosmiddelen zijn verwerkt. Oplosmiddelen worden bijvoorbeeld gebruikt voor het oplossen van vaste stoffen (vb.medicamenten), het vloeibaar houden van anders harde substanties (tandpasta, drukinkt, schoensmeer, benzine, lijm) en het verspreiden van geuren (aftershave, luchtverfrisser, toiletblok).

Vluchtige oplosmiddelen kunnen gebruikt worden in producten waarbij snelle droging door middel van verdamping gewenst is (hars, verf).

Eén van de meest voorkomende en ideale solventen is water: een goed anorganisch oplosmiddel voor een heel grote groep verbindingen. Water is oplosmiddel voor tal van (voedings)zouten, suikers en eiwitten. Alleen vetachtige stoffen lossen als groep slecht op in water.

In het gewone spraakgebruik wordt solvent meestal gebruikt voor verschillende soorten organische oplosmiddelen. Ze worden ingedeeld in vier groepen: alifatische koolwaterstoffen, aromatische en cyclische koolwaterstoffen, zuurstofbevattende oplosmiddelen, chloorhoudende koolwaterstoffen.

Sommige oplosmiddelen zijn schadelijk voor de ozonlaag en het grondwater, belastend dus voor het milieu. Daarnaast kunnen een aantal zowel organische als anorganische solventen schadelijk zijn voor de gezondheid: irritaties, misselijkheid, kanker, schade aan het ongeboren kind, genetische beschadiging.
Samen met de toenemende reglementering en de schaarser worden grondstoffen hebben deze gevaren ervoor gezorgd dat industrie en onderzoek op zoek gaan naar alternatieve oplosmiddelen, dikwijls aangeduid als 'groene solventen'. Voorlopig ontbreekt echter elke normering van wat 'groen' betekent.