Passiefhuis


De term passiefhuis staat voor een specifieke constructiestandaard voor zeer energiezuinige gebouwen met een goed binnenklimaat gedurende winter als zomer, zonder traditioneel verwarmings- of koelingsysteem. Dit bekomt men door een zeer goede thermische isolatie met minimale koudebruggen, een zeer goede lucht-/ kierdichting van de constructie en gebruik van passieve zonne- en warmtewinsten, terwijl een goed binnenklimaat verzekerd wordt door gebalanceerde ventilatie met hoge mate van warmteterugwinning. 

Passiefbouwen houdt rekening met vier belangrijke punten: warmteverliezen beperken door ver doorgedreven isolatie, warmteverliezen beperken door zeer goede luchtdichtheid van het gebouw, warmtewinsten optimaliseren door gebruik van passieve energie, luchtkwaliteit waarborgen door ventilatie met warmteterugwinning. Daarnaast zijn nog twee andere punten van belang: gebruik van hernieuwbare energie, en laag energiegebruik door efficiënte apparaten.

De jaarlijkse energievraag voor ruimteverwarming en koeling moet in een passiefhuis beperkt blijven tot 15 kWh/m² geklimatiseerde vloeroppervlakte. Dit stemt overeen met 1,5 m³ gas of 1,5 liter stookolie per m² (of één achtste van een hedendaagse standaard-nieuwbouw). Hernieuwbare energiebronnen kunnen worden ingezet om aan de overblijvende energiebehoefte tegemoet te komen, en zo naar een nulenergiewoning te gaan.

De criteria voor certificering (en eventuele subsidiëring) worden bepaald per Gewest. Op internationaal vlak staat de Noord-Europese origine van de normen, onder meer gebaseerd op een noordelijk klimaat, een consensus vooralsnog in de weg. 

Mer info op pixii.

 

Foto's