Vakwerkbouw


Vakwerkbouw is een constructiemethode waarbij de muren worden opgetrokken met houten balken als dragende structuur (verticale stijlen en horizontale regels)en vervolgens worden ingevuld met vlechtwerk bestreken met een mengsel van stro en leem

De techniek gaat terug tot vóór de Romeinse tijd, hij werd de voorbije twee millennia voornamelijk toegepast in Noord-, Midden- en Oost-Europa, waar de grondstoffen hout en leem immers in overvloed aanwezig waren. In België werd de vakwerkbouw tot in de XIXe eeuw courant toegepast in de provincies Limburg, Luik, de Famenne en Luxemburg. De voorbije decennia gingen een groot deel van deze vakwerkgebouwen tegen de vlakte, door onkunde, gemakzucht en/of gebrek aan patrimoniaal respect. In de overige provincies werd de vakwerkmethode vanaf de XIVe eeuw verdrongen door de stenen constructie, mede door het grotere brandrisico van houten constructies én de aanwezigheid van klei als baksteengrondstof.

De vakwerkbouw leverde van oudsher zeer stevige constructies op die meerdere eeuwen konden doorstaan. Deze waren bovendien zeer flexibel wat betreft aanpassingen, verbouwingen, onderhoud en herstelling, tot zelfs de volledige demontage en heropbouw naargelang de vestiging en verhuizing van de eigenaar. 

De vakwerkbouw is de laatste decennia opnieuw op de voorgrond getreden. Op patrimoniaal vlak wordt de technische en de historische waarde ervan meer en meer erkend. Op technische vlak is de houtskeletbouw een logisch vervolg op de vakwerkbouw: duurzaam,  energievriendelijk, en gebruik makend van natuurlijke materialen.

Foto's