Gevelbekleding


Bij de keuze van een gevelbekleding zijn kleur en prijs belangrijk, toch geeft de duurzaamheid de doorslag. Die moet voldoende hoog zijn: natuurlijke duurzaamheidsklasse I, II of III.  Minder duurzame houtsoorten moeten vooraf worden verduurzaamd. Heel wat houtsoorten komen in aanmerking, al dan niet na verduurzaming. Enkele voorbeelden: Afrikaanse padoek, purperhart, sapupira, tamme kastanje, Europees eikenhout, framiré, ipé, iroko, merbau, sapelli, sipo, panga-panga, wengé, jatoba, afzelia, Western Red Cedar, spintvrij of verduurzaamd lorkenhout (lariks) en oregon, verduurzaamd vuren- en grenenhout.

Onafgewerkt hout zal onder invloed van zon en regen natuurlijk vergrijzen. Het natuurlijke vergrijzingsproces heeft geen enkele invloed op de duurzaamheid of de technische kwaliteiten van het hout. Eenmaal het hout is vergrijsd, vraagt het geen verdere onderhoudsbehandeling meer. Wilt u vergrijzing tegengaan met een kleurloze afwerking? Dat kan niet. Wilt u dat dit hout zijn oorspronkelijke tint behoudt? Dan moet u het paradoxaal genoeg gekleurd afwerken.

Houten gevelbekleding moet minstens 15 mm dik zijn, 18 mm is ideaal. Voldoende ruimte achter de massief houten planken garandeert een goede ventilatie. Zo droogt het hout sneller na regenweer, wat de levensduur verlengt. Met een dampdiffuus en waterkerend scherm voorkomt u vochtinfiltratie. In contact met hout kunnen metalen corroderen. Gebruik daarom roestvrije schroeven en nagels.

Houtsoorten met een hoge duurzaamheid (kernhout van klasse I-II) hebben geen extra bescherming nodig. Wel vergrijst het hout onder invloed van het klimaat en krijgt het oppervlaktescheurtjes. Ook houtsoorten met een gemiddelde duurzaamheid (kernhout van klasse III) hebben in principe geen extra verduurzaming nodig. Toch kan eenzelfde lot soms minder duurzame planken bevatten. Voor weinig duurzame houtsoorten dringt zich eerst een verduurzaming A3 op of een hittebehandeling, een acetylering, of een furfurylering. De behandelingen gaan de natuurlijke vergrijzing niet tegen.

De onderhoudsfrequentie van een gevelbekleding die werd afgewerkt met beschermende C2-producten is sterk afhankelijk van de expositie. Een gevel die zuidwest is geörienteerd, zal na ongeveer 3 jaar aan een onderhoudsbeurt toe zijn, terwijl een gevel naar het oosten of noordoosten bijvoorbeeld pas na ongeveer 8 à 10 jaar aan onderhoud toe is. De verschijning van kleine onesthetische grijze vlekjes geeft het juiste ogenblik aan waarop de gevel aan onderhoud toe is. Het onderhoud beperkt zich tot het lichtjes schuren met fijn (bvb korrel 200) schuurpapier, gevolg door het aanbrengen van 1 laag C2-product.

Eurabo biedt een uitgebreid gamma aan houten elementen voor gevelbekleding, waarvoor u hier kunt doorklikken.

Foto's