Biomassa


Als biologisch begrip: het geheel van planten en dieren, alsook het daarmee gepaard gaande organische afval, m.a.w. de totale massa (het drooggewicht) van organismen in ecosystemen. De biomassa is relatief het kleinst in arctische gebieden en in woestijnen, en het grootst in de tropen. Naarmate het milieu minder gestoord is en het klimaat minder extreem is, is de biomassa van de ecosystemen groter.

De plantaardige biomassa komt uit de fotosynthese voort en is een bron van hernieuwbare energie. Volgens de norm ISO 14021, amendement 1: "Materiaal van biologische oorsprong, met uitzondering van: in geologische formaties opgenomen materialen, in fossiele materialen omgezette materialen en turf".

Gebruik van biomassa.

In de 'Europese richtlijn betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt' (Richtlijn 2001/77/EG) wordt de volgende definitie voor biomassa gehanteerd:
"De biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval."

Biomassa is vooral een begrip geworden omdat er op hernieuwbare basis elektriciteit mee kan worden opgewekt.